dinsdag 29 oktober 2019

Groeigedreven inflatie, in mensentaal

Als er economische groei is, volgt inflatie, maar hoe kan je dat aan een leek uitleggen?

Stel je voor dat een producent z'n productiviteit met 10% kan opdrijven en alles verkocht krijgt aan de lopende prijs. Er zal dan meer liquiditeit nodig zijn, dus de monetaire basis moet vergroten, zoniet is er hetzij een overproductieprobleem, hetzij deflatie als de prijzen dalen. Dat zou leiden tot het uitstellen van consumptie tot de goederen lager geprijsd op de markt komen, of er in elk geval van uitgaande dat het geld dat opzij gezet is, in de toekomst meer waard zal zijn. Dit is destructief voor de economische groei.

De centrale bank heeft dus geen andere keuze, wil ze prijsstabiliteit garanderen, dan om geld bij te drukken zodat de groei mogelijk is. Aangezien voornoemde producent meer middelen heeft, kunnen zijn leveranciers en dienstverleners daar ook een graantje van meepikken. Zij verhogen hun prijzen, maar niet hun productiviteit. Het gevolg: de nominale economie groeit, maar de reële economie niet. Het verschil is inflatie, namelijk ontwaarding van de munt. De centrale bank kan dit binnen de perken houden door de rente te verhogen via een hogere interest op de reserves die de banken aanhouden, waardoor er meer gespaard wordt, of door via openmarktoperaties overheidspapier te verkopen, wat geld uit de omloop haalt en bedrijven verplicht om eigen obligaties aan een hogere rente te verkopen, aangezien het aanbod aan papier is toegenomen.