woensdag 13 juli 2022

Belastingen op technologie?

Vandaag lezen we dat de gemeente Sint-Jans Molenbeek een belasting gaat invoeren van 5600 EUR per zelfscankassa. Dit is opmerkelijk – enkele bedenkingen.

Eerst en vooral moeten we kijken naar de motieven voor een belasting: dit is enerzijds het financieren van overheidstaken, die we kunnen definiëren als taken van algemeen maar niet van particulier belang. Scholen moeten er bijvoorbeeld altijd zijn, ook als jij of je kind niet naar school gaat. Anderzijds worden belastingen ook gebruikt om te ontmoedigen: motorbrandstoffen, vervuilende verpakkingen, alcohol en tabak worden bijvoorbeeld zwaar belast, en de BTW op renovaties is lager dan die op nieuwbouw, met de bedoeling om het gedrag te sturen. Idealiter belast men economische factoren met een inelastische vraag, zodat de belasting het gedrag niet verandert, of die factoren die ongewenst zijn. Economische factoren in dit verhaal zijn  productiefactoren (arbeid, kapitaal, technologie, en grondstoffen), vermogen, transacties, consumptieproducten, en dergelijke.

De gemeente Molenbeek is één van de armste gemeentes van het land. Een gemeente int geen personenbelastingen, maar veel valt er ook niet te innen met een hoofdzakelijk inactieve bevolking. Er is echter wel enige economische activiteit en men kan gemeentelijke opcentiemen nemen op onroerend goed.

Niet lang geleden heeft Molenbeek al een belasting geheven op de toeristische sector. In feite spreken we van één groot hostel (Meininger), want veel ander toerisme is er niet. Deze belasting is eenvoudigweg het spijzen van de gemeentekas, ervan uitgaande dat het hostel niet zal wegtrekken, maar ook dat er geen nieuwe meer zullen komen, want die zouden door de taks worden ontmoedigd. De belasting op zelfscankassa's daarentegen is eerder bedoeld om het gedrag te sturen richting persoonlijke bediening en dus jobs en sociaal contact. Althans, dat zegt men toch expliciet.

In mijn ogen is de maatregel ondoordacht. Ten eerste is er het welvaartsperspectief. Als bedrijven de productiviteit van werknemers kunnen verhogen wordt er meer meerwaarde gecreëerd. De winst vloeit terug naar de economie of kan je belasten zolang dat gecoördineerd gebeurt. Lasten op winst, zonder de mogelijkheid om activiteiten te verplaatsen, leidt immers niet tot het ontwijken van winstgevenheid - toch niet zolang er ook voor de ondernemer winst overblijft. Theoretisch zou je met andere woorden verwachten dat bedrijven die beter presteren dankzij technologie juist méér personeel gaan aanwerven, al zij het dan voor niet-automatiseerbare taken, of het bestaande personeel meer kan betalen. De spillover naar de gemeenschap is dan het sociaal contact tijdens de productie in plaats van tijdens de consumptie, en het rijkere culturele leven dat samengaat met de toegenomen welvaart, zowel via de persoonlijke inkomens als via belastingen.

Natuurlijk kan kapitaal ook gemakkelijk wegvluchten en zo de returns doen verwijnen, of kan het zijn dat er geen arbeidsaanbod is voor andere jobs dan kassabediende. Voor laaggeschoolde migrantenvrouwen is dit misschien niet ondenkbeeldig: logistiek en magazijnwerk is allicht voor hen geen realistische optie. Ook zou men er kunnen vanuitgaan dat de zelfscankassa helemaal niet vermeden zal worden, waardoor het een eenvoudige belasting van het eerste type is, zonder gedragssturing (vroeger waren er ook taksen op stoommachines, bijvoorbeeld). Ten slotte kan je verkiezen dat gemeenten experimenteren met taks op technologie, omdat een nationaal plan meteen veel grotere consequenties zal hebben. Volgens mij zijn dat eerder zwakke argumenten voor de gemeentelijke belasting. Het is leuk dat Molenbeek creatief beleid wil voeren, maar het lijkt meer op een wanhoopsdaad dan een echte strategie, en je kan je afvragen of het wel slim en ethisch is om met je laatste centen op de de lotterij te spelen.

De keuze die men nu gemaakt heeft zal een aantal voorspelbare gevolgen hebben: daar waar de vaste som van 5600 EUR kleiner is dan de winst bij het invoeren van een zelfscankassa, zal men de kassa gewoon automatiseren en de winst verkleinen of proberen te behouden door lonen te drukken of prijzen te laten stijgen. 

Men kan zich voorstellen dat grotere bedrijven of filialen de investering niet zullen uitstellen, aangezien zij grotere marges hebben dankzij grotere volumes, en personeel ook elders kunnen inzetten. Meer nog, allicht gaan ze voor de duurste en snelste machines, omdat het een vaste taks is per scanner. Daartegenover staat dat kleine bedrijven met slechts enkele werknemers en een veel lagere omzet tegen een substantiële taks aankijken, en het met de lagere productiviteit van mensen zullen moeten stellen. Ketens zullen ook Molenbeek vermijden en meer investeren waar de productiviteit hoger ligt. Een verschuiving naar onproductieve bedrijven zal de tewerkstellingsgraad in de gemeente geen goed doen.

Dat belastingen gediversifieerd moeten zijn, en dat alles op arbeid verhalen allicht geen keuze voor de toekomst is, dat is duidelijk. In het wilde weg op gemeentelijk niveau met forfaitaire taksen jongleren, lijkt echter gedoemd om te mislukken en perverse effecten te genereren. Als er ergens een degelijke studie voorafgegaan is aan deze gemeentelijke bepaling zou ik ze graag eens lezen. Deze maatregel lijkt echter een creatieve interpretatie van de samenvatting van een opiniestuk van iemand die Thomas Pketty gelezen heeft. Het is enigzins ironisch dat het dan nog een liberale schepen is die het plan bedacht heeft.

Referenties

'Beci gaat strijd aan tegen Molenbeekse taks op zelfscankassa's', Bruzz, 18 juli 2022 - https://www.bruzz.be/samenleving/beci-gaat-strijd-aan-tegen-molenbeekse-taks-op-zelfscankassas-2022-07-18

'Sint-Jans-Molenbeek voert belasting van 5 600 euro in per zelfscankassa', VRT NWS, 13 juli 2022 - https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/07/13/sint-jans-molenbeek-voert-belasting-van-5-600-euro-in-per-zelfsc/

'Sint-Jans-Molenbeek voert belasting van 5 600 euro in per zelfscankassa', Bruzz, 13 juli 2022 - https://www.bruzz.be/samenleving/sint-jans-molenbeek-voert-belasting-van-5600-euro-zelfscankassa-2022-07-13

zaterdag 2 juli 2022

Migratie en groei

Ik veroorloof mij even deze opinie, al besef ik dat experten veel nuances zullen aan te brengen hebben bij de stellingen die ik hier naar voor breng.

België is een land van migranten. Dat is niet erg en het is niet onverwacht. In de naoorlogse periode kende ons land een sterke economisch groei met een grote vraag naar arbeidskrachten die door migratie uit het middellandse zeegebied, eerst Italië en Spanje, nadien Turkije en Marokko, is beantwoord. Men kan parallellen zien met de veel grotere economie van de Verenigde Staten, of met een kleinere economie zoals die van Zwitserland. Telkens gaat het om open, exportgerichte economieën. Brussel kan zich voorts qua diversiteit naast New York zetten, maar ondanks de internationale instellingen komt het op vlak van welvaart niet in de buurt van Genève. De demografische trend geeft aan dat de etnische heterogeniteit nog verder zal toenemen, en dat het aandeel migranten in de nabij toekomst nog groter zal worden.

De maatschappelijke integratie van migranten is echter geen succes geweest. Een goede graadmeter is het aantal etnisch heterogene gezinnen. Als ervaringsdeskundige kan ik zeggen dat het water zeer diep is. Cultuur is daarbij een factor, maar een ingrijpendere trend in de laatste decennia zijn homogenere huwelijken, deels ingegeven door de verwachtingen van steeds hoger opgeleide vrouwen, eerder dan die van mannen. Men kan dus islamitische mannen wel verwijten dat ze importbruiden aantrekken, maar de vraag is of ze wel een alternatief hebben. Hoogopgeleide etnisch Belgische vrouwen staan niet te springen voor schoolverlaters.

Wellicht hebben we een vergissing gemaakt door de achtergestelde positie van migranten bijna volledig aan discriminatie toe te schrijven. Een Turkse wetenschapper die hier bijlessen geeft vertelde mij dat in zijn praktijk enkel scholieren van nieuwe migranten komen, geen derde-generatieturken. Hun ouders waarderen scholing niet en verkiezen snel geldgewin. Een Nigeriaanse wetenschapper gaf dan weer aan dat ze Belgen van Nigeriaanse origine om dezelfde reden vermijdt. Ook al is armoede en discriminatie een remmende factor, toch geven ze beiden aan dat er een selectie-effect is: mensen met een hoog verdienpotentieel zullen in eigen land blijven, terwijl mensen met een laag verdienpotentieel de grens oversteken. Het verdienpotentieel is voor een groot deel afgeleid van de intellectuele capaciteiten of het IQ, dat genetisch erfelijk is. Met andere woorden: historische migratiegolven zouden wel eens intellectueel mager geweest kunnen zijn. Dat is volstrekt logisch, aangezien toen fysieke werkkracht werd aangetrokken. Door de etnisch homogene huwelijken is de variatie nog verder verminderd in plaats van toegenomen.

In de economische wetenschap wordt het effect van migratie doorgaans anders ingeschat: ten eerste gaat men ervan uit dat mensen met een groter verdienpotentieel in een grotere radius zoeken om dit potentieel te valoriseren, waarbij dit eerder tot migratie dan tot pendelen leidt. Ten tweede is er een positief effect van het toegenomen arbeidsaanbod op de totale welvaart. Dit kan in een dynamischer model leiden tot positieve spillovers voor iedereen, en dus bijvoorbeeld overheidsinspanningen om de integratie te bevorderen. In dit geval zien we echter negatieve spillovers: de nakomelingen van fysieke arbeidskrachten van een halve eeuw geleden ingeweken zijn hebben niet de kwaliteiten die vandaag nodig zijn, de schoolprestaties gaan erop achteruit, en de maatschappelijke problemen nemen toe. In het bijzonder zien we dat er zich een alternatieve informele economie ontwikkelt waar migranten in actief zijn (voornamelijk bouw, drugshandel, mensenhandel en prostitutie, autohandel, logistiek en koeriersdiensten) omdat hun economische integratie onvoldoende is om aan de eisen van de reguliere economie op vlak van lasten en voorwaarden, bijvoorbeeld vervat in CAO's, te voldoen. Door de reguliere markt te ondergraven en door het schoolniveau te verlagen sleept men zo ook de autochtone bevolking mee op het pad naar minder welvaart. In dit informele circuit zijn er allerhande problemen, gaande van uitbuiting, sociale fraude, intellectuele fraude tot geweld en omkoping. Zeker in Brussel is er een soort maffia-cultuur ontstaan. 

Een nationalistisch politicus stelde zich ooit de vraag wat de economische meerwaarde van migratie is. Er zou een studie zijn van de Universiteit Antwerpen die aangeeft dat deze positief is. Ik heb deze niet gelezen, maar veronderstel dat volgende opmerkingen op hun plaats zijn: ten eerste moeten we letten op het onderscheid tussen de korte en de lange termijn: een lager betaalde werknemer kan vandaag economische meerwaarde opleveren, maar dit kan onvoldoende zijn voor zijn latere sociale zekerheid, laat staan die van anderen. Ten tweede zijn niet alle migratiestromen dezelfde: sommigen emigreren uit landen die qua welvaart op hetzelfde peil als België staan en om andere redenen dan economisch opportunisme of precies om een hoger verdienpotentieel maximaal te verzilveren. Ten derde is er een voluntarisch element: in de mate dat we erin slagen om migranten economisch te integreren zal de meerwaarde groter zijn, maar in de mate dat ze in een vorm van aangeleerde afhankelijkheid geduwd worden (vb. werkloosheidsval), zal er eerder een directe en indirecte kost zijn. Het zou intellectueel oneerlijk zijn om deze verschillen en de kenmerken van de migrantengroepen niet mee in overweging te nemen, en om er omwille van het ethische principe dat alle mensen gelijkwaardig zijn, vanuit te gaan dat dit ook economische gelijkwaardigheid betekent. Dat is natuurlijk niet zo.

Moeten we dan de migratie stoppen? Neen, of toch niet voor altijd. In eerste instantie moeten alle inspanningen geleverd worden om de huidige migranten economisch te integreren. In tweede instantie moet nagegaan worden op welke schaal NV België het best opereert. De grondwaterreserves, huisvestingscapaciteit, urbanisatie en landbouwcapaciteit zouden dit moeten aangeven. Vervolgens moet voor elke migrant een sociaal economische voetafdruk bepaald worden. Men kan dit zelfs doen voor historische migratie. We kunnen migratie toelaten als de voetafdruk van de ene migrant compenseert voor die van de andere. Ook formules om het burgerschap te kopen en om het te verliezen zouden kunnen worden overwogen. In elk geval is het gebrek aan visie in het migratiebeleid één van de factoren waarom er een ongebreidelde groei is van de immigratie, zowel met als zonder papieren. We moeten eerlijk zijn en toegeven dat dit voorlopig nog niet wordt gebruikt als een troef, maar eerder zorgt voor verarming en verrechtsing, zowel bij de autochtone bevolking als bij de reeds conservatieve allochtone bevolking, welke zich eerst vastklinkt aan de linkse partijen die zich opstellen als donateur, tot dat voordeel wegvalt. Het is een debat met veel taboes, maar het moet wel gevoerd worden, zonder al te idealistische of folkloristische opvattingen.