We hebben het vaak over de conjunctuur. Te vaak. Althans te vaak zonder klaar en duidelijk te omschrijven wat we verstaan onder de conjunctuur. Ik probeer hier een paar werkbare methodes te formuleren:
De meest logische betekenis is de evolutie van het productieniveau. Dit is het GDP in volumes, en voor zover ik weet zijn de tijdreeksen die je hiervan in Eurostat vindt pas beschikbaar vanaf 1995. Misschien heeft men de Belgische Frank in de periode daarvoor (de Euro werd ingevoerd in 1999, maar er is altijd een periode van gekoppelde wisselkoersen voor de toetreding) niet omgerekend.
Evolutie van het productieniveau in België (1995-2006)
Bron: Eurostat
Een mooiere voorstelling van het bovenstaande krijg je als je de jaarlijkse groei van het GDP in volumes berekent. Zo zie je duidelijk, zelfs op korte termijn, dat dat er altijd regen komt na de zonneschijn. De allegorie is niet gratuit: het ECB houdt zich bezig met economische 'forecasts', en zoals de aarde ondanks de opeenvolging van zomers en winters trendmatig opwarmt, zo rekenen we er ook op dat de gemiddelde groei positief blijft. In onderstaande grafiek heb ik met groene balkjes nu eens de periodes van stijgende conjunctuur, dan weer de periodes van bovengemiddelde groei aangegeven. Je ziet dat je eenzelfde economische toestand op twee manieren kan bekijken (een minimum van de curve dat boven het gemiddelde groeiniveau blijft hoeft geen crisis te zijn).
Evolutie van de groei van het productieniveau in België (1996-2006)
Bron: Eurostat
Alternatieve maten ('proxies')
In plaats van het productieniveau te beschouwen, kan ook de productiviteit bekeken worden. In dat geval moet je het GDP per capita in volumes nemen (of per werknemer, of het loon over het BBP). Je kan dit verrechtvaardigen als een conjuncturele cyclus door het feit dat kapitaalinvesteringen de productiviteit van werknemers verhogen, en kapitaalinvesteringen een teken zijn van economisch enthousiasme. Dit geldt echter enkel bij een constante tewerkstelling. Als een adverse schok opgevangen wordt door afslankingen van het personeelsbestand, krijgen we een relatieve stijging van de productiefactor kapitaal, en via die verhoogde kapitaalintensiteit een hogere productiviteit (11/2011, hier ben ik niet meer zo zeker van: onderbezetting leidt tot lagere productiviteit maar dat zal bij een gedaalde vraag soms de enige oplossing zijn - een machine kan je niet ontslaan, hooguit verkopen). Een stijgende productiviteit gaat dus soms samen met een neergaande beweging van de conjunctuur en vice versa wanneer het personeeel wordt uitgebreid om de bestaande productiecapaciteit volledig te benutten, alvorens deze te vergroten.
Als afgeleide van de output-indicatoren kan de tewerkstelling of werkloosheid een proxy zijn voor de conjunctuur. Economische groei en werkloosheid zijn sterk met elkaar gelinkt volgens de wet van Okun. De weerslag van economische veranderingen op sociaal gebied zal dus eerder met deze indicator gemeten moeten worden.
Conclusie
Je kan de conjunctuur op verschillende manieren in een analyse inbrengen. Omdat je soms tóch moet laggen, kan een maat zoals de werkloosheid (die een beetje achterkomt op de conjunctuur, maar waarvan je zou kunnen veronderstellen dat die lag variëert - sneller bij recessie, trager bij een 'afkoeling') uitkomst bieden omdat ze misschien sowieso het effect van het productiepeil medieert.
Referenties
Bodart V., Ledent Ph. & Shadman F. (2008) 'Comment la croissance économicque et le coût salarial déterminent-ils l'emploi en Belgique', UCL: Regards Economiques --- Een analyse van de verkiezingsbelofte van Verhostadt II om tegen het eind van de legislatuur 200 000 jobs te creëren.
Heylen F. (2004) 'Macro Economie', Leuven: Garant --- pf. 1.2.3 werkloosheid: wet van Okun. Het interessante aan deze wet is dat ze een stijging van de werkloosheid voorspelt als de economie de potentiële/ gemiddelde groei haalt. Ik ben om die reden geneigd te veronderstellen dat er een mechanisme is zodat op uiterst lange termijn de groei ondermijnd wordt door een toenemende werkloosheid.
De formule is: diffU = A - inv(okun)*(y-y*)
Context
Project loonvorming, luik loonflexibiliteit: verband tussen conjuncturele evolutie en de loonevolutie (wage curve).