donderdag 15 oktober 2009

Hysteresis

Hysteresis is een van de mooiste woorden uit het economisch lexicon. Vanuit sociaal oogpunt is het echter minder fraai.

We spreken van hysteresis wanneer korte termijnfluctuatie rond de natuurlijke werkloosheid (conjuncturele werkloosheid / frictionele werkloosheid), deze natuurlijk werkloosheid gaat veranderen (structurele werkloosheid). Ik ben niet 100% zeker van dit laatste label, maar de idee is er: wanneer een rekkertje haar elasticiteit verliest, krijgt ze een grotere omvang, en met werkloosheid is het net zo.

Blanchard & Summers (1986) kwamen met het begrip op de proppen. Er zijn twee verklaringen:
  • Formeel: een insider-outsider model, waarbij de vakbonden 100% preferentie hebben voor lonen ten koste van de werkgelegenheid. Die rigiditeit zorgt ervoor dat de werklozen niet opnieuw ingeschakeld worden (aan lagere lonen).
  • Informeel: bovenop de modelmatige benadering neemt men aan dat langdurige werkloosheid vaardigheden en attitudes ondergraaft, zodat werklozen niet meer in te schakelen zijn.
Krugman (1994) wijst erop dat er weinig tot geen empirische evidentie is voor hysteresis in de Verenigde Staten. Gezien de aannemelijkheid van de theorie kijk ik toch uit naar verder materiaal.


Referenties
Blanchard, O.J. & Summers, L. (1988) 'Hysteresis and the European unemplçoyment problem', in Cross R., ed. 'Unemployment, Hysteresis, and the Natural Rate Hypothesis. London: Blackwell.
Krugman, P. (1994) 'Past and prospective causes of high unemployment', economic review, Federal Reserve Bank of Kansas City, pp. 23-43