We spreken van hysteresis wanneer korte termijnfluctuatie rond de natuurlijke werkloosheid (conjuncturele werkloosheid / frictionele werkloosheid), deze natuurlijk werkloosheid gaat veranderen (structurele werkloosheid). Ik ben niet 100% zeker van dit laatste label, maar de idee is er: wanneer een rekkertje haar elasticiteit verliest, krijgt ze een grotere omvang, en met werkloosheid is het net zo.
Blanchard & Summers (1986) kwamen met het begrip op de proppen. Er zijn twee verklaringen:
- Formeel: een insider-outsider model, waarbij de vakbonden 100% preferentie hebben voor lonen ten koste van de werkgelegenheid. Die rigiditeit zorgt ervoor dat de werklozen niet opnieuw ingeschakeld worden (aan lagere lonen).
- Informeel: bovenop de modelmatige benadering neemt men aan dat langdurige werkloosheid vaardigheden en attitudes ondergraaft, zodat werklozen niet meer in te schakelen zijn.
Referenties
Blanchard, O.J. & Summers, L. (1988) 'Hysteresis and the European unemplçoyment problem', in Cross R., ed. 'Unemployment, Hysteresis, and the Natural Rate Hypothesis. London: Blackwell.
Krugman, P. (1994) 'Past and prospective causes of high unemployment', economic review, Federal Reserve Bank of Kansas City, pp. 23-43